Tegen het einde van de 19e eeuw en in de eerste decennia van de 20e ontdekten wetenschappelijke en archeologische expedities naar de regio Silk Road in Oost-Turkistan talrijke grottempels, kloosterruïnes, muurschilderingen, maar ook waardevolle miniaturen, boeken en documenten. Ontdekkingsreizigers uit Europa, Amerika en zelfs Japan waren verbaasd over de kunstschatten die daar werden gevonden en al snel kregen hun rapporten de aandacht van een geïnteresseerd publiek over de hele wereld.

Deze relikwieën van de Uyghurse cultuur maken tegenwoordig deel uit van grote collecties in de musea van Berlijn, Londen, Parijs, Tokio, St. Petersburg en New Delhi. De manuscripten en documenten die in Oost-Turkistan zijn ontdekt, onthullen de zeer hoge beschavingsgraad die de Uyghuren hebben bereikt. Deze Uyghurse macht, prestige en beschaving die meer dan duizend jaar lang Centraal-Azië domineerde, ging snel bergafwaarts na de invasie van [Manchu] in hun thuisland.